Artikel van  Fabienne – 3 juli 2025 – Fab’s Articles

Dit artikel is gebaseerd op mijn eigen ervaringen en op die van lotgenoten.

In onze samenleving heerst nog steeds een hardnekkig en pijnlijk misverstand over mensen die arbeidsongeschikt zijn geraakt. Er wordt nog te vaak geoordeeld; ‘als je niet kunt werken, doe dan tenminste vrijwilligerswerk, maak jezelf nuttig voor de maatschappij.’

Wat in eerste instantie misschien klinkt als goedbedoeld advies, verraadt bij nadere beschouwing ook iets anders; een gebrek aan werkelijk begrip en soms zelfs een onderliggende afgunst.

Vaak zit hier ook een dieperliggende overtuiging achter, namelijk het idee dat arbeidsongeschikten een luxepositie hebben; elke dag vrij, lekker bankhangen, flierefluiten en leven op kosten van de werkende mens.

Dit is een ronduit vertekend en onrechtvaardig beeld want geloof me, niemand wil zomaar arbeidsongeschikt worden en niemand wordt ook zomaar arbeidsongeschikt. Achter elke uitkering of medische verklaring schuilt een vaak langdurig proces van ziekte, verlies, pijn, strijd en aanpassing.

In de ogen van sommigen lijken wij, arbeidsongeschikten, te leven in een zee van vrije tijd. Geen wekker die ons dwingt vroeg op te staan, geen baas die ons opjaagt met deadlines, geen collega’s die eisen stellen. Voor de buitenwereld lijkt het alsof onze dagen bestaan uit rust, ontspanning en vrijheid, betaald door de arbeid van anderen.

Maar dat beeld is niet alleen onjuist, het is ronduit pijnlijk en getuigt van een schrijnend gebrek aan werkelijk begrip. Achter de uitkering die wij ontvangen, is een langdurig en vaak slopend proces schuilgegaan. We hebben medische onderzoeken ondergaan waarin we onze diepste kwetsbaarheden moesten blootleggen tegenover vreemden die ons vaak slechts enkele minuten zagen.

We zijn gekeurd en herkeurd door systemen die niet in de eerste plaats naar ons welzijn keken, maar naar regels, cijfers en beleidsdoelen. We moesten keer op keer bewijzen dat onze pijn, onze beperkingen, onze uitputting nog steeds bestaan, alsof het allemaal zomaar op een dag opgelost zou kunnen zijn (was het maar waar!).

Onze weg naar erkenning was bezaaid met twijfel, strijd en ontkenning. Vaak moesten we de harde klappen van afwijzing opvangen, terwijl we al worstelden met het verlies van gezondheid, eigenwaarde, onze plek in de maatschappij.

Arbeidsongeschiktheid betekent voor ons dus beslist geen vrijheid, het betekent gevangenschap in een lichaam en/of geest die niet meer functioneert zoals we willen, zoals we zo graag verlangen en in grenzen die ons dagelijks bestaan beperken en bepalen.

Velen van ons worden elke ochtend wakker met lichamen die aanvoelen alsof ze in beton gegoten zijn, of een geest die de kracht niet meer heeft om de nieuwe dag aan te kunnen. We dragen pijnen en ongemakken die niet even pauzeren omdat de zon schijnt, maar die overal in doordringen; in ons slapen, in ons bewegen, in ons denken, kortom; in ons alledaags functioneren.

We worstelen vaak met frustratie, schaamte en zelfs schuld over alles wat we niet meer kunnen zoals we dat graag zouden willen, of hoe anderen dat graag van ons willen. We ervaren ook het verlies van sociale contacten, omdat velen afstand nemen zodra we niet langer ‘mee kunnen draaien’ zoals vroeger.

Voor ons bestaat er geen weekend waarin de strijd even ophoudt, geen vakantie waarin we kunnen ontsnappen aan de pijn, de ongemakken en de beperkingen, het is ook geen burn-out of depressie die we (tijdelijk) kunnen stopzetten wanneer we dat willen.

Onze realiteit is er een van voortdurend aanpassen, steeds opnieuw rouwen en steeds opnieuw betekenis proberen te vinden in een leven dat door anderen vaak ten onrechte als ‘nutteloos’ wordt bestempeld.

We verrichten dan weliswaar geen uiterlijke arbeid, wij verrichten innerlijke arbeid. We leren leven met de chronische pijnen, de beperkingen en de ongemakken zonder te verbitteren. We leren onze nieuwe grenzen te respecteren, ondanks het gemis aan vrijheid. We zoeken naar nieuwe manieren om onszelf te vinden in een wereld die vaak geen ruimte maakt voor ons.

En ondanks alles zoeken we naar betekenis, naar manieren om er toch te zijn voor anderen, om ons toch nuttig te maken; denk aan lotgenotencontact, advies geven, een luisterend oor bieden, vaak zonder dat het opgemerkt of gewaardeerd wordt. Onze dagelijkse strijd vraagt moed en kracht die niet zichtbaar is in cijfers of diploma’s, maar die elke dag opnieuw wordt geleefd.

Wij zijn geen mensen die niet willen bijdragen, wij dragen soms meer bij dan velen ooit zullen beseffen; door onze menselijkheid, door simpelweg niet op te geven terwijl ons zoveel is afgenomen.

Nee, het is een opgelegd lot, een dagelijkse confrontatie met beperkingen die niet zomaar opgelost worden met ‘een beetje je best doen’. De vergelijking tussen arbeidsgeschikte en arbeidsongeschikte mensen is simpelweg oneerlijk.

Arbeidsongeschikte mensen hebben vaak een ander gevecht te leveren, eentje die onzichtbaar blijft voor de buitenwereld maar des te zwaarder weegt; elke dag vechten tegen pijn, tegen vermoeidheid, tegen uitzichtloosheid, tegen vooroordelen, tegen het verlies van zelfvertrouwen en zingeving.

Arbeidsongeschiktheid is geen keuze, niemand kiest ervoor om zijn dromen, ambities of vanzelfsprekende levensritme te moeten opgeven. De vergelijking tussen arbeidsgeschikte en arbeidsongeschikte mensen is dan ook fundamenteel oneerlijk. De strijd die wij voeren speelt zich grotendeels af achter gesloten deuren, onzichtbaar voor wie alleen naar de buitenkant kijkt.

Het is geen strijd om promotie, status of geld, maar een strijd om waardigheid, om het behouden van een sprankje zelfvertrouwen, om het vinden van betekenis in een leven dat vaak drastisch veranderd is.

We worstelen met het verlies van vanzelfsprekende dingen; het vertrouwen in ons lichaam, de hoop op herstel, de vanzelfsprekende rol in de samenleving. Elke poging om deel te nemen aan het leven vraagt energie die soms niet beschikbaar is. En telkens weer botsen we op onbegrip, niet alleen van de buitenwereld, maar soms ook van onszelf, omdat we het moeilijk vinden te accepteren dat onze grenzen onvermijdelijk zijn geworden.

Arbeidsongeschiktheid is een dagelijkse onderhandeling met beperkingen, verlies en onzekerheid, terwijl de wereld om ons heen vaak alleen oog lijkt te hebben voor wat we niet meer kunnen.

Vrijwilligerswerk kan voor sommigen inderdaad een prachtige manier zijn om invulling te geven aan hun tijd en om zich nuttig te maken voor anderen. Ik heb het zelf immers ook ruim 14 jaar met plezier gedaan.

Het biedt een kans om een rol te spelen in de gemeenschap, om iets te betekenen voor anderen en om waardevolle relaties op te bouwen. Maar voor anderen, vooral voor degenen die te maken hebben met ernstige fysieke, mentale of emotionele beperkingen, is zelfs vrijwilligerswerk niet haalbaar.

De vraag om zich actief in te zetten in een organisatie kan te veel gevraagd zijn; de fysieke belasting kan te zwaar zijn, of de emotionele belasting van het werk kan te overweldigend zijn. Dat betekent echter absoluut niet dat zij niet dienstbaar of nuttig zijn. Er zijn talloze andere manieren waarop mensen zich op een diepgaande, vaak onzichtbare manier inzetten voor anderen.

Zo zet ik me al jaren in voor lotgenoten door mezelf open en kwetsbaar op te stellen voor hen die hetzelfde meemaken. Ik bied hen steun door simpelweg aanwezig te zijn, door mijn verhaal te delen en door anderen te laten voelen dat ze niet alleen zijn in hun strijd.

Dit soort steun is vaak intiemer en persoonlijker dan een taak in een organisatie. Het vereist niet de lichamelijke aanwezigheid, maar het vereist wel een enorme emotionele en mentale kracht om een ander werkelijk te begrijpen en hen op de juiste manier te ondersteunen.

Ik zet mijn ervaringsverhalen ook in om anderen te helpen, door ze adviezen te geven die niet uit boeken komen, maar uit diep doorleefde wijsheden. Dit zijn niet de woorden die we in een handleiding vinden, maar die voortkomen uit het leven zelf, uit het lijden, de moed en de veerkracht die opgebouwd is vanuit het lijden.

Ik geef meer dan alleen advies; ik bied perspectief, hoop en een verbinding die verder gaat dan de oppervlakkige woorden die mensen te horen krijgen in de reguliere zorg of maatschappelijke systemen.

Soms is de grootste dienstbaarheid niet de meest zichtbare; het is de steun die in stilte gebeurt, zonder dat iemand er openbaar een dankjewel voor zegt. Het is de kracht van het luisteren, van het bieden van een veilige ruimte voor iemand anders om zijn of haar pijn te delen. Het is de impact die, hoewel vaak onzichtbaar, een diepgaande en blijvende invloed heeft op degenen die het ontvangen.

Deze vormen van steun en bijdrage worden niet altijd gezien of erkend door de maatschappij, maar ze zijn van onschatbare waarde voor de mensen die ze ontvangen. En juist die bijdragen, hoe klein ze ook lijken in de ogen van anderen, maken een wereld van verschil voor degenen die worstelen.

En voor de mensen die vinden dat dit niet voldoende ‘nuttig’ werk is; so be it.

Het onrechtvaardige beeld dat over arbeidsongeschikten bestaat, is overigens niet zomaar ontstaan. We leven in een prestatiemaatschappij waarin de waarde van een mens sterk wordt gekoppeld aan productiviteit; aan hoeveel iemand werkt, verdient en bijdraagt aan het bruto nationaal product.

Arbeidsongeschiktheid wordt niet meer gezien als een menselijke realiteit die om erkenning en zorg vraagt, maar als een probleem dat zo snel mogelijk opgelost moet worden, bij voorkeur door de persoon weer ‘in te zetten’. Deze mentaliteit laat bitter weinig ruimte voor echte menselijkheid.

Ook in de politieke arena wordt dit beeld versterkt, zeker in tijden van economische druk spreken veel partijen over arbeidsongeschikten als ‘lasten voor de samenleving’. Er wordt gesproken over de ‘ontzorging van de verzorgingsstaat’, over het ‘stimuleren van re-integratie’ en over het ‘aanpakken van misbruik van uitkeringen’.

Hoewel het voorkomen en aanpakken van fraude belangrijk is, wekt deze manier van spreken de indruk dat arbeidsongeschikten verdacht zijn, alsof wij voortdurend moeten bewijzen dat we écht niet kunnen werken.

Deze verdachtmaking voedt het wantrouwen, stigmatisering en uitsluiting, en duwt mensen, die al kwetsbaar zijn, nog verder naar de rand van de samenleving.

De media spelen hierin eveneens een schadelijke rol want vaak worden extreme incidenten van uitkeringsfraude breed uitgemeten en uitvergroot, terwijl de verhalen van de vele mensen die dag in, dag uit moedig proberen te leven binnen hun beperkingen nauwelijks aandacht krijgen.

De toon die daardoor ontstaat, is er één van generalisatie en achterdocht, alsof de meeste mensen in een uitkering liever niet willen werken; een beeld dat mijlenver van de werkelijkheid staat.

Volwassenheid vraagt dat we de realiteit onder ogen zien; het leven is breekbaar en onvoorspelbaar en niemand is onaantastbaar, ook wie vandaag gezond is, kan morgen zelf arbeidsongeschikt raken.

Waardigheid, respect en menselijke waarde hangen niet af van wat iemand kan presteren, maar zijn intrinsiek verbonden met het mens-zijn zelf.

Het vraagt moed om te erkennen dat bijdragen aan de samenleving op vele manieren kan gebeuren. Niet alleen door spierkracht of denkvermogen, maar ook door het hart, door de aanwezigheid, door de levenservaring. Laten we dus ophouden met het gemakkelijke oordelen, laten we mensen niet langer afrekenen op wat zichtbaar is in prestaties of cijfers.

Dienstbaar zijn betekent niet dat je iets moet produceren of presteren volgens de normen van anderen.

Arbeidsongeschiktheid is slechts een aspect van mijn leven, geen definitie van wie ik ben. Het is een uitdaging die ik dagelijks aanga, maar het zegt niets over mijn waarde, mijn kracht of mijn bijdrage aan de wereld.

Ik ben meer dan mijn beperking, mijn menselijkheid, mijn veerkracht en de manieren waarop ik met anderen verbind, vormen de kern van wie ik ben. Arbeidsongeschiktheid heeft mijn mogelijkheden veranderd, niet mijn waardigheid.

Oordelen op basis van wat ik niet kan of niet doe, mist het punt volledig, het gaat niet om wat iemand kan of moet doen, maar om wie iemand is, ondanks alles.

Fabiënne – Fab’s Articles

📌 Vind je dit artikel interessant, heb je een vraag of wil je reageren? Ga naar bijpassende post op socialmedia.
Op de hoogte blijven? Abonneer je op Zettjes nieuwsbrief💐

Dit artikel artikel van Fab’s Articles verscheen eerder op Substack, en mag met toestemming opnieuw schitteren in de etalage van Zettje. Wil je meer lezen van Fabiënne Abonneer je om haar werk te steunen en op de hoogte te blijven van nieuwe publicaties. Je kunt Fabiënne ook vinden op Threads en Bluesky

Zettje in de goede richting op socialmedia 

Je hoeft de Substack app NIET te downloaden!!!!! Na invullen emailadres, krijg je de melding; Download de app om af te ronden (uitgekookt) maar doe je dat NIET ben je gewoon aangemeld!!

Geef dit platform een
Zettje in de goede richting?
Doneer 🎁 alvast bedankt ღ

Link geldig t/m 15 augustus 2025 (link verlopen? zie thuispagina)

Doneren kan ook door een handgemaakt product aan te schaffen bij

Speciale dank aan deze Sfeermakers

↬ Meer van Studio Kuukeluus

↬ Meer van Een stukje Claudia

↬ Meer van Wat een Kracht

Scroll naar boven