Niet alle kleine meisjes worden groot
Josje – 21 mei 2023
Welkom op deze zondagochtend, aan de digitale koffietafel van Zettje in de goede richting. Gezellig dat je er bent. Maar laat me eerst vertellen wie ik ben.
Over Josje
Mijn naam is Josje Swinkels. Ik ben geboren en getogen in het zuiden des lands, maar woon na enkele omzwervingen, inmiddels zes jaar in het mooie Noord-Holland, samen met m’n man. Mijn kinderen, een zoon en twee dochters, zijn uitgegroeid tot mooie, zelfstandige volwassenen en inmiddels zijn ze alle drie uitgevlogen.
Lisa, mijn vierde kind, is op vijfjarige leeftijd, na een oorontsteking met complicaties, vrij onverwacht overleden.
Over haar korte leven schreef ik het boek, Niet alle kleine meisjes worden groot, dat op 23 april, precies op Lisa’s dertigste geboortedag, het levenslicht mocht zien.
In dit gastblog geef ik antwoord op de meest gestelde vraag, die me tijdens het schrijfproces gesteld is: ‘Schrijf je het boek om alles te verwerken?’
Terug in de tijd
Al op jonge leeftijd schreef ik schriften vol. Het ging over van alles. Waargebeurde, maar ook verzonnen verhaaltjes vertrouwde ik toe aan het papier.
Na de geboorte van mijn oudste was het dan ook logisch dat ik een soort van dagboek bij ging houden, waarin ik allerlei gebeurtenissen en behaalde mijlpalen opschreef.
Deze gewoonte zette zich na de extreme vroeggeboorte van Lisa door. Met haar 790 gram in dat glazen nest op de Neonatologie, gebeurde er zoveel, dat ik dit nauwelijks kon bevatten, laat staan onthouden. Daarnaast had ik door het HELLP-syndroom een flinke optater gehad. Mijn spanningsboog was kort en mijn geheugen was net een vergiet.
Elke dag pende ik in mijn dagboek, een mooie agenda van Marjolein Bastin. Door de dingen op te schrijven, hoefde ik allerlei medische informatie niet te onthouden. Daarnaast vertrouwde ik mijn diepste gevoelens toe aan het papier.
Rouwen
Ook na Lisa’s overlijden schreef ik agenda’s vol. Waar gezegd wordt dat de tijd alle wonden heelt, had ik een haat-liefde verhouding met de tijd.
Elke dag die verstreek, liet me verder wegdrijven van de dagen dat Lisa er nog was.
Krampachtig probeerde ik alles wat met haar te maken had, vast te houden. In mijn hoofd en in mijn hart. De tijd kon ik echter niet stilzetten en voor mijn gevoel, glipte er veel tussen mijn vingers weg.
Ik vergelijk het met zand wat je vast wil houden. Als je dat met dichtgeknepen handen doet, glijdt het zand sneller tussen je vingers door, dan als je je handen ontspannen, als een kommetje, tegen elkaar houdt.
De tijd verstrijkt
Ik weet nog goed hoe ik me voelde tijdens de eerste oud op nieuw, na Lisa’s overlijden. Tranen rolden over mijn wangen, toen het middernacht was. Het jaar waarin Lisa er nog was, lag ineens achter me. Lisa leek en voelde verder weg dan ooit en geloof me, dit is het allerlaatste wat je als moeder wil voelen…
Langzaam naderde april, de maand waarin Lisa was geboren en vijf jaar en vijf dagen later, overleden was. Als in slow motion kwamen de beelden voorbij.
In de jaren erna was ik elke keer in april ziek. Het leek alsof de fysieke en mentale pijn van het gemis, het verdriet en de rouw mijn weerstand zo erg aantastte, dat virussen en bacteriën vrij spel hadden in mijn lijf.
Golven van de zee
Met hulp van een psycholoog ging ik me verdiepen in het rouwproces. Ik leerde dat rouwen is als eb en vloed. Het komt en het gaat met dat verschil dat in de getijden van de zee, enige regelmaat zit. Rouw is daarentegen zeer onvoorspelbaar.
Op het moment dat het verdriet zich terugtrok en ik dacht dat het eindelijk wat beter met me ging, werd ik een moment later overspoeld door een tsunami, die me deed happen naar adem.
Ik dreigde kopje onder te gaan en het gemis van Lisa zorgde letterlijk voor hartzeer.
Het duurde lang voordat ik leerde om niet te gaan spartelen en te proberen mijn hoofd boven water te houden, maar om juist mee te deinen op de golven zoals die zich aandienden. Ik probeerde erop te vertrouwen dat het allesoverheersende gevoel, dat me vleugellam maakte, van tijdelijke aard was.
Daarnaast wilde geen treurende, verbitterde vrouw zijn, maar juist een leuke moeder voor de andere kindjes. Zij waren de reden om met mezelf aan de slag te gaan.
Verbinding
Gaandeweg ging het beter. Door te vertragen, ruimte te maken om te voelen, te doorvoelen wat er zich in mijn diepste binnenste afspeelde, raakte ik minder paniekerig.
In plaats van mee te rennen in de waan van de dag, waarin alles sneller moet, stond ik letterlijk en figuurlijk stil in het moment. Precies zoals Lisa dit zo goed kon.
Ik ontdekte dat ik tijdens het ‘deinen op de golven’ zelfs meer verbinding voelde met Lisa, dan toen ik probeerde alles krampachtig vast te houden.
Starten met het boek
In 2020 volgde ik diverse schrijfscholingen en bereidde ik me voor op het schrijfproces.
Ik besloot om het verhaal over Lisa in een romanvorm te schrijven. Om er een mooi geheel van te maken goot ik er een fictiesausje overheen. Doordat ik niet meer over mezelf schreef, maar over Rosalie, lukte het me beter om een kwart eeuw terug in de tijd te gaan. Dit kwam het verhaal absoluut ten goede.
Korsten eraf
Na een stuk op drie schrijfrondes, die soms behoorlijk confronterend waren, was er geen ontkomen meer aan: het laatste deel, dat ik steeds maar uitgesteld had, moest geschreven.
De opzet van mijn verhaal was, dat de lezer als het ware in het hoofd kan kijken van Rosalie. Wat denkt ze, wat voelt ze en wat zegt ze?
Om dit op een zo geloofwaardige manier te kunnen doen, moest ik terug naar toen. Naar de tijd dat Lisa nog leefde en de emoties die ik na Lisa’s overlijden voelde
De rauwe werkelijkheid, de verbijstering, de verwarring en het ongeloof, om maar wat te noemen dienden zich tijdens het schrijven keihard aan.
’s Nachts schoot ik huilend wakker uit nachtmerries. Het verleden werd heden en omgekeerd. Meer dan eens vroeg ik me af waar ik aan begonnen was. Wat ik mezelf eigenlijk aandeed.
Het leek alsof de korsten met één ruk van de wonden werden getrokken. Open en bloot lagen ze aan de oppervlakte. Ik stond ermee op en ging ermee naar bed en was enorm opgelucht toen ik op zondagavond, 6 november de allerlaatste punt zette en het manuscript naar mijn redacteur kon sturen.
Antwoord op de vraag
Tijdens het lezen van dit gastblog is het vast wel duidelijk geworden dat ik het boek niet voor mijn verwerking heb geschreven. Integendeel, het heeft me soms meer gekost dan gezond was voor me. Zeker in combinatie met Tinnitus en Slaapapneu, waar ik onder andere mee worstel, was het bij tijd en wijle niet gemakkelijk.
Doel van het boek
Ik ben dan ook enorm dankbaar dat het me gelukt is, om het boek ‘Niet alle kleine meisjes worden groot’ te schrijven en dat Uitgever Elikser potentie zag om het boek uit te geven.
Met het verhaal hoop ik vooral de lezer te inspireren. Je hebt niet in de hand wat je op je bordje krijgt, je hebt wel een keuze hoe je hier mee om wilt gaan.
Daarnaast zullen mensen die met (levende) rouw te maken hebben, veel (h)erkenning ervaren tijdens het lezen van dit boek. Tussen de regels door heb ik inzichten verweven, waar iedereen iets aan zal hebben.
Waar "Niet alle kleine meisjes worden groot" over gaat:
Niet alle kleine meisjes worden groot is een roman, gebaseerd op ware gebeurtenissen. Het verhaal gaat over veerkracht en verdriet, over hoop en doorzettingsvermogen, maar vooral over het leven.
Josje
Fijn als je een reactie of jouw eigen ervaring deelt na het lezen van dit gastschrijven van Josje onder bijpassende post via onderstaande button(s)
Wil je meer informatie, neem gerust een kijkje op mijn website: www.josjeswinkels.nl
Niet alle kleine meisjes worden groot is in elke (online) boekwinkel te koop.